Emmi Pikler

Deel bericht

Emmi Pikler

Volgens de Visie van Emmi Pikler worden alle baby’s nieuwsgierig en leergierig geboren. Je baby ontwikkeld zich het beste als hij zoveel mogelijk zelfstandig op eigen initiatief en in zijn eigen tempo de wereld en zich zelf kan gaan ontdekken. Het belangrijkste is dat er een goede hechting moet zijn tussen baby en verzorger. Om vrij te kunnen bewegen, spelen en ontdekken moet de baby zich veilig en vertrouwd voelen. 

De hechting is dus erg belangrijk. Deze hechting creëer je door middel van respectvolle verzorging. Je bereid het kindje voor op de handelingen die je gaat doen en laat ruimte over voor hem om er op te reageren. Het zelf kunnen ontdekken en leren staat hierin centraal. Als een kind bijvoorbeeld gaat staan tijdens het verschonen, dan verschonen we hem ook staand. Dit geeft je kind zelfvertrouwen en een veilig gevoel om zich te kunnen ontwikkelen. 

De communicatie met je baby is erg belangrijk. Daarom maak ik altijd eerst contact met de baby voor dat ik een handeling uitvoer. Dan vertel ik eerst wat we gaan doen, zodat de baby daar op kan anticiperen. De baby kan dan verbanden gaan leggen. Waardoor hij grip gaat krijgen op de wereld om hem heen. 

Om te kunnen begrijpen wat je kindje bedoelt moet je hem goed leren kennen. Zo hebben baby’s verschillende soorten huiltjes. Maar ook door zijn mimiek, bewegingen en geluiden kan hij veel duidelijk maken. 

Bij een respectvolle verzorging hoort intensieve aandacht. Bij het naar bed brengen zorg ik dat we rustig de tijd nemen voor eerst het verschoning moment en daarna het op bed gaan. Ook hierbij vertel ik voor dat ik handel wat we gaan doen. 

Rust is een erg belangrijke onderdeel in deze visie. In mijn opvang is dit soms moeilijk te creëren als er een groepje drukke peuters zijn en een baby. We gaan daarom ook vaak naar buiten, zodat de grotere kinderen hun energie kwijt kunnen en als we binnen zijn er rustig gespeeld kan worden. Ik deel de ruimtes ook wel op, om een rustige plak te creëren voor de baby. Zodat de baby niet uit zijn spel gehaald kan worden door andere kinderen. 

Vrije beweging

Vrije beweging is het tweede belangrijke punt volgens de visie van Emmi Pickler. Een baby doorloopt alle 25 ontwikkelingsstadia. Om dit te kunnen doen is het van belang dat de baby de vrijheid heeft om te kunnen bewegen. In mijn opvang staat daarom ook geen box meer. Hierin hebben ze niet de vrijheid die ik wil creeeren. Dit was ook voor mij wel even een omschakeling, want hoe makkelijk is het om de baby even snel in de box te leggen? Het vergt daarom creatieve oplossingen en om denken van mij om een goeie plek voor de baby te creëren. Waarin hij voldoende  ruimte heeft om zich te ontwikkelen en ook een veilig en vertrouwd gevoel houd. Observeren is daarom erg van belang in deze visie. Kijken naar je kindje en zien wat het nodig heeft en daarop anticiperen. 

Kinderen ontwikkelen zich allemaal op hun eigen tempo. Mocht het kindje stil komen te staan in zijn ontwikkeling kan je hem hier altijd in stimuleren. Bijvoorbeeld als een baby alleen maar op zijn  rug of buik blijft liggen om dan een speeltje buiten het bereik van de baby te leggen. Hij wil dan toch graag het speeltje hebben maar daar zal hij eerst een handeling voor moeten verrichten. Hierbij kijk ik natuurlijk wel of de baby er aan toe is. 

Speelgoed

Het speelgoed wat ik gebruik voor de baby’s is speelgoed zonder licht en geluid. Ook wel passief speelgoed. Zodat de baby zelf moet gaan ontdekken wat hij er mee kan. Voorbeelden zijn; balletjes, doekjes, bakjes, garde, sensorybottles en voelbordjes. 

Voor de al wat oudere kindjes heb ik een klimkussen en een Pickler driehoek. Wanneer de kinderen er aan toe zijn laat ik ze hier mee spelen. Toch zie je dat kinderen vaak heel goed weten wat ze al wel en niet kunnen. Zo heb ik een meisje in de opvang dat heel graag wilde klimmen en klauteren. Ik had de klimdriehoek neergezet en had zelf verwacht dat ze er helemaal over heen wilde klimmen. Tot mijn verbazing deed ze dit niet. Ze klom tot de helft omhoog bleef daar staan, keek om haar heen; ’wat zal ik gaan doen’ en daarna klom ze er weer af. Deze handeling heeft ze nog een paar keer herhaald. Op dat moment voelde ze zelf aan dat ze nog niet helemaal naar boven kon klimmen.